Wie wat waar

ole&maaike2
foto : Astrid Agemans voor Landwijzer

Bekijk ons bedrijf in dit filmpje

Wij zijn Ole en Maaike en wij bezielen het ecologisch voedselproductiebedrijfje Onslogischvoedsel op onze boerderij Peerdsdonkenhof in Booischot ( Heist-op-den-berg)

Onze visie :

We gaan voor een landbouwmodel dat kan blijven bestaan :
Met weinig externe input van grondstoffen door een goed bodembeheer, een goede balans tussen plantaardige en dierlijke productie, gesloten kringlopen en voldoende biomassa binnen het bedrijf.
Met een zeer diverse productie om occasionele mindere opbrengsten te bufferen en om in korte keten al het product afgezet te krijgen aan een zo klein mogelijke groep klanten. Op deze manier kan de (handen)arbeid eerlijk vergoed worden en hoeven er geen compromissen gesloten te worden in de kwaliteit van het product of de duurzaamheid van de productiemethoden.

Wat produceren we :

In de eerste plaats groenten, bijna alles wat je in dit klimaat kan telen.
Fruit is in aantocht, kleinfruit hebben we nu reeds in kleine hoeveelheden, groter fruit en noten volgen als de bomen groter zijn.
Een beetje graan en eieren.
We werken ook nauw samen met Bram en Charlotte van De Donkenhoeve (bio geiten- en schapenmelkbedrijf 2 km hiervandaan) in Houtvenne, op bedrijfsniveau voor bemesting en arbeid maar ook voor de afzet van kaas en, af en toe, vlees.

We leveren aan restaurants (zie onder tabblad Samenwerkingen) en aan particulieren via CSA-oogstaandelen en ons winkeltje.

ONS VERHAAL

In het najaar 2022 voelen we de behoefte om te vertellen wat wij allemaal doen, wat ons drijft en hoe we het aanpakken. En dit aan de hand van de vele mooie foto`s die we de voorbije jaren maakten :

DEEL 1 : Onslogischvoedsel, what`s in a name?

Het is niet logisch…
…dat wereldwijd voedselproductie zorgt voor milieuvervuiling, het verdwijnen van oerbossen en natuur.
…dat algemeen gangbare landbouwmethoden de bodemvruchtbaarheid om zeep helpen voor komende generaties.
…dat boeren wereldwijd bij het armste deel van de bevolking horen terwijl ze die bevolking voeden
…dat landbouw in Europa gesubsidieerd wordt voor overproductie die dan gedumpt wordt in ontwikkelingslanden en daar de lokale economie ontwricht.
…dat basisvoeding van duizenden kilometers ver wordt geïmporteerd.
…dat we het hele jaar door dezelfde ( smakeloze) groenten kunnen kopen, netjes verpakt, zonder één korreltje aarde omdat ze helemaal niet in aarde gekweekt zijn.
…dat kinderen niet weten of worteltjes onder de grond of aan de bomen groeien
…dat we verbaasd zijn dat we in juli geen sinaasappelen, uien of appels kunnen kopen die niet van de andere kant van de wereld komen…

We zouden nog wel even kunnen doorgaan, maar nee,

Wij willen onze dagelijkse voeding weer ‘logisch’ maken en groenten telen is nog maar het begin…
Dit is een werk dat niet door één of twee of tien moedige personen kan volbracht worden. We moeten het met z’n allen doen.
ONS logisch voedsel !!!

DEEL 2 : Beestjes, plaag of zegening

Wij spuiten GEEN pesticiden. Ook niet diegenen die toegelaten zijn in de bio-landbouw omdat ze niet schadelijk zijn voor de mens.

Omdat wij geloven in natuurlijk evenwicht, en op het moment dat je iets ongewenst gaat doden doorbreek je dat evenwicht en kan je niet anders dan dit te blijven doen om het zelfgecreëerde onevenwicht te behouden. Je dood meestal niet alleen het beestje dat je wilde doden maar ook anderen of misschien zelfs hun natuurlijke vijanden en zelfs als die laatsten het wel overleven heb je hun voedselbron weg genomen en zullen zij ook niet blijven.

Als je in een bos of natuurgebied rondloopt zie je weinig ziekte, dat komt omdat er een ecologisch evenwicht is tussen alle organismen, planten en dieren die er leven. Dit is voor ons de inspiratie : ieder organisme mag er zijn en door het te laten zijn trek je de organismen aan die weer voor evenwicht zorgen. Als je bladluizen ziet en je wacht enkele dagen zie je lieveheersbeestjes verschijnen die ze op eten, als je rupsen even laat zijn komen er sluipwespen om ze leeg te zuigen en zelfs ziekten verspreiden zich niet perse over je hele partij als die in een veerkrachtig geheel* staat. Als je het vertrouwen kan hebben niet direct in te grijpen en te observeren zie je dat enkel de zwakke planten bezwijken en de rest er door groeit. Dit vraagt dan weer om een robuuste rassenkeuze*, bodembeheer* en investeringen in biodiversiteit :

Zo zorgen wij voor `wilde` randen rond ons bedrijf en zaaien stroken met insectenbuffet in. Dit insectenbuffet begon ooit als bijenmengeling maar ondertussen zorgen we ook dat er waardplanten voor natuurlijke plaagdieren en hun vijanden tussen staan en dat de beestjes er ook kunnen overwinteren tot het volgende jaar.

En we zijn niet naïef, we moeten onze boterham verdienen, het natuurlijk evenwicht herstellen op een voormalige maisakker heeft tijd nodig en is misschien nooit helemaal mogelijk in een omgeving waar nog grote onevenwichten zijn dus we leggen op sommige gevoelige teelten als wortel en jonge kolen afdekgaas om ze te beschermen tegen bepaalde beestjes.

Dit hele verhaal gaat ook op voor ziekten als virussen, alleen is het hele proces dan wat minder zichtbaar dan bij beestjes. Een veerkrachtig geheel zorgt voor planten met een betere afweer.

*dit wordt belicht in een volgende aflevering.

dav

DEEL 3 : Heerlijke Hagen en Wilde Dieren

In de vorige aflevering vermeldden we wilde randeneen veerkrachtig geheelbiodiversiteit… en daar voegen we nu nog wildlife-corridor en schuilplaatsbiomassawindbeschuttingvoedselbos… aan toe. Allemaal functies van de haag.
De onderstaande fotoreeks spreekt voor zich : er schuilt een enorme rijkdom in een relatief kleine oppervlakte. DE oplossing voor een ruime biodiversiteit in een landje met relatief weinig open ruimte als Vlaanderen wat ons betreft.
Op ons bedrijf dienen de hagen als windscherm, en afscheiding met aanpalende percelen, ze definiëren de contouren van ons bedrijfsorganisme, vormen een plek voor plagen en hun natuurlijke vijanden (lees deel 2 van ons verhaal) om te gedijen als de percelen met eenjarige teelten op een gegeven moment in het jaar opgeruimd worden, ze genereren biomassa (hakselhout voor composthopen en mulch, brandhout, houten palen…), zijn een schuil- en nestplaats voor vogels en schuil- en winterslaapplaats en corridor om zich onzichtbaar te verplaatsen voor reeèn, egels, hazen, eekhoorns, vossen, marters, bunzings, woelmuizen en -ratten…
We zijn blij dat we al deze dieren reeds waargenomen hebben hier en ookal richten sommigen beperkt schade aan zijn we er van overtuigd dat we al het goeds dat hun aanwezigheid betekent voor de veerkracht van het geheel maar half beseffen. We zien dagelijks verse reeensporen op het veld en vinden jaarlijks babyhaasjes tussen het lange gras maar ze eten maar beperkt van onze groenten. Ja, vos en marter hebben hun slag geslaan in ons kippenbestand maar nu, na 5 jaar hebben we een zelfredzame toom die jaarrond in de bomen slapen, op takken waar de marter niet kan komen en deze kennis doorgeven aan de volgende generaties. En ook de populatie woelmuizen en -ratten wordt netjes in toom gehouden door onze twee katten en een mooie populatie bosuilen en de kerkuil uit de kerk van Booischot.
De hagen leveren ook een mooie aanvulling op ons dieet en dat van vogels en andere dieren in de vorm van bessen, noten en geneeskrachtige bladeren en schors. Wist je dat ook het dieet van een vos voor een groot stuk uit bessen en planten bestaat?
Hoewel de opbrengsten over het algemeen niet economisch interessant zijn, in de zin van oogstbaar en verkoopbaar op een rendabele manier zijn ze een enorme meerwaarde binnen het systeem van ons bedrijfsorganisme. Meer over wat een bedrijfsorganisme is lees je binnenkort in de aflevering over kringlopen sluiten binnen het bedrijf

DEEL 4 : Eenjarige gewassen en permanente begroeiing :

Eenjarige planten zijn planten die in 1 jaar ontkiemen en groeien uit een zaadje, bloeien en zaad maken en daarna volledig afsterven. De zaadjes blijven in de grond bewaard tot de juiste omstandigheden zich voordoen om opnieuw te ontkiemen. Praktisch alle planten waar wij vanaf hangen voor ons voedsel zijn eenjarigen : granen (tarwe, mais, rijst, spelt…) en alles wat ervan gemaakt wordt incusief dierenvoeders (voor kippen en varkens en aanvullend op gras voor runderen), peulvruchten (soja, bonen, erwten, linzen…) en bijna alle groenten.
Maar in de natuur komen eenjarige planten eigenlijk maar beperkt voor. Het zijn zogenaamde pioniersplanten, de eerste planten die uitkomen als de bodem kaal of verstoord is door bvb een bosbrand, een boom die door een storm ontworteld is of een zwijn dat de grond omwoelt. Ze zijn de manier waarop de aarde zichzelf zo snel mogelijk bedekt als ze bloot komt te liggen om verwering door zon, wind en regen tegen te gaan en haar vocht en vruchtbaarheid te behouden. Samen met die eenjarigen ontkiemen al snel meerjarige planten, bomen en struiken, die al vanaf het tweede en derde jaar overnemen van de eenjarigen.
Om van de snelheid en zachtheid en vlotte verteerbaarheid van deze eenjarige planten te kunnen genieten in onze voeding dienen wij die verstoring van de bodem structureel te maken in onze landbouw (bvb door jaarlijks ploegen) waardoor we de bodem in een permanente zeer kwetsbare positie plaatsen. Niet alleen komt ze bloot te liggen maar door jaar na jaar enkel eenjarigen te telen zijn er ook geen permanente wortelstelsels meer om haar vast te houden en wordt de vatbaarheid voor erosie en uitspoeling alleen maar groter. Het is dus iets om met zeer grote voorzichtigheid mee om te gaan en toch liggen wereldwijd akkers soms maanden bloot aan de elementen en verwoestijnden reeds grote stukken van het aardoppervlak door voedselproductie op deze manier.
Fruit en noten zijn een uitzondering want zij groeien aan bomen. Wist je dat een hectare volwassen kastanje-boomgaard evenveel ton eetbare kastanjes opbrengt dat een graanveld van dezelfde oppervlakte, met een gelijkaardige voedingswaarde ook? Deze bomen hebben, eenmaal volwassen weinig onderhoud, geen irrigatie en al helemaal geen ploegen van de grond meer nodig.
Vanuit deze feiten vormden zich zaken als voedselbossen en op dit gegeven zijn de permacultuurprincipes gebaseerd maar op dit moment is de realiteit dat de wereldbevolking gevoed wordt met 90% eenjarige gewassen en dat we dat niet meteen kunnen veranderen. Wat we wel kunnen doen is dit zo zorgzaam mogelijk doen. Zo is Agroforestry ontstaan : het combineren van rendabele meerjarige teelten (bomen voor vruchten of hout) met eenjarige gewassen of begrazing. en een zo beperkt mogelijke grondbewerking.
Daarom staan onze fruitbomen niet in een aparte boomgaard maar in rijen tussen de eenjarige percelen en ook daarom zijn onze hagen* en wilde randen zo belangrijk.
*zie deel 3 Heerlijke hagen

DEEL 5 : Kringlopen sluiten

In een natuurlijke omgeving, een bos bijvoorbeeld,, valt blad in de herfst en dode takken en vruchten en uitwerpselen van dieren, die zich voeden met planten en andere dieren uit diezelfde omgeving, op de grond, wordt verteerd door een heel leger beestjes en dient zo weer als voedselbron voor diezelfde planten. Een gesloten kringloop die eigenlijk eindeloos is.
Lange tijd maakte de mens min of meer deel uit van dit geheel. Hij verbouwde voedingsgewassen voor zichzelf, naasten en zijn dieren en die gewassen gingen wel niet ter plaatse dood en verteerden maar dat scheelde niet veel. Alle `overschotten` belandden op de mesthoop, incl mest van mens en dier die de gewassen benut hadden`en gingen via die weg min of meer terug naar de bodem waar ze vandaan kwamen. Zelfs groenten die naar de buren gingen kwamen terug want vaak werd de mest en overschotten uit de buurt verzameld en zelfs nog toen wij klein waren kwamen de boeren de beerputten nog legen. Tegenwoordig worden landbouwgewassen ver getransporteerd en geexporteerd, mest is iets vies geworden omdat we er teveel van creeren door te veel dieren in een stal op voedsel dat elders ter wereld geteeld is te doen schijten, en onze eigen menselijke mest voeren we via de riool zo snel mogelijk af, naar waar eigenlijk? We zijn wereldwijd met deze (landbouw)praktijken onze bodemvruchtbaarheid in de lucht aan het blazen (zie deel 4 over eenjarige gewassen en de verstoorde bodem die zij nodig hebben) en zo snel mogelijk naar zee aan het sturen. En proberen dan die verliezen bij te vullen met kunstmest die nog sneller uitspoelt naar zee.

Wij proberen op onze boerderij te werken richting de kringlopen weer sluiten binnen ons eigen bedrijfsorganisme. Ik noem het bedrijfsorganisme omdat het net iets meer is dan enkel de eigen boerderij. Op de boerderij zelf komen natuurlijk de delen van de groenteplanten die niet geoogst of verkocht worden (buitenste koolblaren, tomatenplanten, wortelloof…) op de komposthopen, maar alleen met groenteresten maak je geen goede kompost, je hebt ook droger, houteriger materiaal nodig maar dat produceren je eenjarige groenten niet. Daarom gaat er ook bladafval op en hakselhout van de `wilde randen` en fruitbomen, stro van eigen graan, al den niet eerst gebruikt als mulch of strooisel, en wat dierlijke mest is toch wel ideaal. Maar we hebben op ons bedrijf (binnen het oppervlak van 4ha en de bedrijfsvoering) geen ruimte voor dierlijke productie die dit goed invult. Daarom werken we nauw samen met een biologisch veebedrijf in de buurt. Maar ook daar streven we ernaar dat er niet gewoon x-aantal kg mest per jaar van daar naar hier komt als eenzijdige input maar dat er ook iets van hier terug gaat (stro, maaisel van onze percelen in rust als veevoeder, arbeid…) zodat zij een stukje deel zijn van ons `organisme`. Ook onze eigen menselijke mest komt voor een deel (nog niet alles) via komposttoiletten in een speciale komposthoop voor de fruitbomen, geen menselijke mest in de groententeelt.

Bedoeling is om externe input in ons organisme met de tijd te minimaliseren, dan pas is het echt duurzaam, kan het `blijven duren`. Nu komt er soms nog een lading hakselhout en een kleine hoeveelheid biologische bemesting van elders maar naarmate de bomen en struiken op en rond het terrein volgroeid zijn zal dit overbodig worden.

Een ander opmerkelijk gevolg van dit kringloopverhaal is dat wij niet aan dumping doen van onze overproductie. Soms geraakt iets niet verkocht en is het gangbaar dan aan een lagere prijs te verkopen onder het motto `dan heb je toch dat` maar als wij voor een product niet, op zijn minst, de productieprijs kunnen krijgen is het nuttiger op onze komposthopen en zo terug naar het land dan voorgoed weg, want dat is sowieso verlies.

Bodemvruchtbaarheid en gesloten kringlopen zijn kapitaal!

DEEL 6 : Technologische duurzaamheidsoplossingen


We hebben van in het begin van ons project ingezet op weinig mechanisatie en ergonomische handenarbeid. Om verschillende redenen : de bronzen handwerktuigen die we gebruiken (meer hierover in een volgende aflevering), de investering in traktor en machines die vrij groot is ten opzichte van andere investeringen als tunnelserres, bevloeiingsmateriaal of afdeknetten en binnen een klein bedrijf veel trager terugverdiend wordt omdat de machines niet dagelijks gebruikt worden, En het intuitieve gevoel dat eindige hulpbronnen als fossiele brandstoffen inzetten in voedselproductie toch niet echt duurzaam kan zijn. Dit alles te bekijken in het kader van een kleinschalig CSA-bedrijf (meer over CSA in de volgende aflevering) dat meer dan 75 gewassen teelt en dus zijn efficiëntie niet haalt uit grote oppervlaktes maar uit een kwalitatief product en korte-keten-afzet.


En al die gigantische traktoren en wereldwijd transport van basisvoedsel, veevoeders en meststoffen, nieuwe technologische oplossingen als urban farming en serres met ledverlichting… hoe kan dat nu efficienter zijn dan planten kweken in een goed beheerde bodem naar het voorbeeld van de natuurlijke kringlopen?


Maar er waren ook vragen en twijfels : niet iedereen kan deze fysieke arbeid aan, hoe lang hou je het vol als je ouder wordt, is het wel betaalbaar? Vergelijk de prijs van machines met loonkost en de twijfel is duidelijk.


In 2015 promoveerde de nederlandse collega boer Meino Smit aan de universiteit van Wageningen met zijn proefschrift De duurzaamheid van de Nederlands landbouw 1950-2015-2040 waarin hij net die vragen die wij ons ook stelden uitgepluisd heeft en tot ontnuchterende resultaten kwam. Lees er hier meer over : https://bdvereniging.nl/publicaties/dynamisch-perspectief/duurzame-kringlandbouw-in-2040
Niet alleen is de Nederlands Landbouw (en bij uitbreiding alle westerse landbouw, ook bio) helemaal niet efficienter dan in 1950, in tegendeel, er gaat vele keren meer energie in dan eruit komt, wat in 1950 niet het geval was. De situatie is niet alleen irrationeel, ze is ook compleet onhoudbaar aangezien het voedselproducerend systeem volledig afhangt van grondstoffen die binnenkort te schaars zullen zijn. De enige oplossing volgens hem is weer lokaler te gaan werken en weer meer handenarbeid en paardenkracht op het land. Er wordt al meer dan 50 jaar geen onderzoek meer gedaan naar het ontwikkelen van ergonomische handwerktuigen, daar ligt een wereld aan mogelijkheden.


Dit sterkte ons in onze visie om de mechanisatie op ons veld te beperken. Maar compromissen zijn om financiele redenen onvermijdelijk :
Voorbeeldje : een akker inzaaien met een traktor kosten honderden keren meer energie dan dit manueel te doen maar door de hoge loonkosten kost het bijna 3 keer zoveel om het met de hand te doen.
Enige oplossing volgens Meino Smit is dat energie duurder moet worden en arbeid goedkoper. Maar daar zijn we dus nog niet.


Er is dus een traktor en een paar machines op onze boerderij om het zwaarste werk qua grondvoorbereiding en maaiwerk te doen maar we proberen steeds efficienter te worden in het manuele werk, al is het maar dat we voorbereid zijn als het binnen afzienbare tijd niet meer anders kan.
Er is ook een camionette (diesel) die meer dan de helft van onze oogst wekelijks naar Antwerpen brengt. Jammer want eigenlijk kunnen wij op ons veld nog geen 10% van de hoeveelheid groenten telen die door de bewoners van ons eigen dorp gegeten worden. Alles zou dus eigenlijk met de fiets naar zijn eindbestemming moeten kunnen geraken.

dav

DEEL 7 : CSA Community Supported Agriculture


Prachtig he, op deze manier aan landbouw doen? Waarom doet niet iedereen dat?

De hoge loonkosten en lage voedselprijzen zorgen ervoor dat het in ons land en bij uitbreiding in heel Europa moeilijk is om rendabel aan landbouw te doen. Eigenlijk is geen enkele boer correct betaald met de prijs die hij krijgt voor zijn landbouwproducten. De meesten worden door allerlei maatregelen gesubsidieerd en sommigen slagen erin door zelf ook een deel van de verdere verwerking en rechtstreekse verkoop van hun product te doen aan een volwaardig inkomen te komen. Maar dan nog zorgen het weer, marktschommelingen het feit dat we als boeren onze prijs niet kunnen bepalen op basis van kostprijs (het wordt gedicteerd door supermarkten en ook zij die niet aan supermarkten leveren moeten deze prijzen toch een beetje volgen) voor veel onzekerheid. Er wordt hard gewerkt om de gewassen te telen maar vaak blijkt pas op het einde of ze verkocht geraken en aan welke prijs. Het is alsof je iedere maand gaat werken en pas op het einde van de maand beslist wordt welk loon je krijgt.

Je zou je, na dit hele verhaal kunnen afvragen of primaire voedselproductie wel thuishoort in een economisch kader. Als je aan landbouw doet op zo n manier dat het eeuwig kan blijven doorgaan met kringlopen sluiten en alles wat we in de vorige afleveringen aangeraakt hebben erop en eraan, is daar dan nog winst te maken? Ik denk het niet, en dat hoeft ook niet. ALS DE KOSTEN GEDEKT ZIJN KUNNEN WE DE OOGST VERDELEN. We moeten allemaal dagelijks eten en we wensen onze kinderen en kleinkinderen en alle volgende generaties toe dat ze ook kunnen eten. Het is dus in ieders belang en dus ook ieders verantwoordelijkheid om hier mee voor te zorgen en die mensen te ondersteunen die dit mogelijk maken voor ons allemaal. ONS LOGISCH VOEDSEL!

Tot niet zo erg lang geleden was een groot deel van de bevolking betrokken in voedselproductie : veel mensen hadden een moestuin, enkele fruitbomen en wat kippen, wat de ene in overvloed had ruilde hij met de overvloed van een ander. Akkerbouwgewassen en dierlijke producten kocht men bij de boer in de buurt. Deze wist voor hoeveel buren hij moest produceren en kon erop rekenen dat zij zijn product ook zouden kopen, aan een prijs die zijn kosten dekte en waarvan hij met zijn gezin en medewerkers kon leven. Hij ging ook niet sjoemelen met de kwaliteit want zijn klanten waren zijn buren, en de reststromen kwamen (zoals in aflevering 5 beschreven) weer op de boerderij terecht.
Voedingsgewassen die niet op deze manier lokaal geteeld werden waren duur, en dat is eigenlijk maar normaal.

CSA probeert een moderne oplossing te bieden voor het vanzelfsprekende wederzijdse engagement dat er vroeger was tussen boer en buur. CSA boerderijen ontstaan ofwel vanuit een boer die aan zijn omgeving zegt ik produceer deze producten, wie wil zich voor het komende jaar engageren om deze producten ook te kopen en benutten op het moment dat ze er zijn, ofwel vanuit een groep mensen/buren die zeggen wij willen onze eigen voedselzekerheid in handen nemen en zoeken een boer die ons voedsel, of een deel ervan, wil produceren en wij engageren ons om het af te nemen.
In de praktijk zijn veel CSA bedrijven in Vlaanderen groentebedrijven die een heel divers aanbod aan groenten telen die klanten/deelnemers zelf mogen oogsten of ze voorzien een wekelijks groentepakket. Er zijn ook een aantal projecten met andere landbouwproducten als graan, fruit, vlees, zuivel…
Het engagement zit hem in het kopen van een oogstaandeel. De boer schat in hoeveel mensen hij van voedsel kan voorzien en welke kosten en inkomen daar tegenover staan en bepaalt zo de prijs van dit aandeel. Klanten kopen zo n aandeel in het begin van het jaar en komen hun aandeel van de oogst halen of oogsten als het klaar is. Er zijn natuurlijk nog allerlei tussenvarianten mogelijk in welk aandeel van het proces de klanten mee ondersteunen maar inkomenszekerheid van de boer en mee-oogsten zijn daar de meest toegankelijke en meest gebruikte in Vlaanderen momenteel.

Ook bij ons kan je vanaf 1 januari 2023 weer een oogstaandeel kopen, meer info op onze website.

En op http://www.csa-netwerk.be kan je opzoeken welke van de bijna 70 Vlaamse CSA-boerderijen het dichtst bij jou is.

Op regelmatige basis gaan winkelen bij je lokale boer(en) is ook engagement, sta er voor jezelf eens bij stil welk engagement jij kan maken voor je voedselzekerheid, en weet dat het voor ons, boeren, een groot verschil maakt in het engagement dat wij aangegaan zijn naar het land en de toekomst toe.

Blog at WordPress.com.

Up ↑